Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het voortgezet onderwijs

 

Artikel 16 Scholengemeenschap; nevenvestiging; tijdelijke nevenvestiging
1
Een scholengemeenschap omvat een school of inrichting in de zin van deze wet, en een of meer andere al dan niet in deze wet bedoelde scholen, inrichtingen of instellingen, die niet zijn instellingen voor hoger onderwijs.
2
Aan een school of scholengemeenschap kan, naast een hoofdvestiging als bedoeld in artikel 65, derde lid, een nevenvestiging of een tijdelijke nevenvestiging zijn verbonden.
3
Een tijdelijke nevenvestiging voorziet in de tijdelijke huisvestingsbehoefte van een hoofdvestiging of nevenvestiging en is gelegen op een hemelsbreed gemeten afstand van minder dan drie kilometer van de desbetreffende hoofdvestiging of nevenvestiging.
4
Een nevenvestiging komt tot stand door een samenvoeging als bedoeld in artikel 71, tweede lid, of door vorming van een nieuwe nevenvestiging van een school als bedoeld in artikel 72, derde lid, onderdeel b. Een tijdelijke nevenvestiging komt tot stand op grond van artikel 71, vijfde lid.
5
Op een nevenvestiging kan in elk geval onderwijs worden verzorgd
a
in de eerste drie leerjaren aan een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7, of aan een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 8, en
b
in de eerste twee leerjaren aan een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 10, of aan een school voor voorbereidend beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 10a.
6
Op een tijdelijke nevenvestiging kan onderwijs worden verzorgd in dezelfde schoolsoorten als bedoeld in artikel 5, in dezelfde afdelingen als bedoeld in artikel 10c, en in dezelfde leerjaren als op de hoofdvestiging of nevenvestiging, bedoeld in het derde lid.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •